Bij mij is in 2000 Diabetes vastgesteld. Eerlijk gezegd was dat in eerste instantie een opluchting, ik voelde me al een paar maanden zwaar slecht en nu had ik de reden. Je gaat je toch zorgen maken als je volcontinu doodmoe bent, altijd dorst hebt en op een gegeven moment viel ik zelfs flauw. Jammer dat mijn toenmalige huisarts dit alles niet herkende 😉
Toen ik ontdekte dat mijn dochter ook diabetes had wilde ik dat eerst niet geloven. Je zegt kom we meten je bloed en dat weten we dat het geen diabetes is …. dat was het dus wel 🙁 Gelukkig waren we er erg vroeg bij, dus er was geen schade. Je gaat dan met je kind de mallemolen in, al snel viel me op hoe weinig de hulpverleners eigenlijk weten van de zaken die er bij komen kijken. Dat was me als patiënt eigenlijk niet eens echt opgevallen … ik moest tenslotte ook nog alles ontdekken.
Ze zijn (vaak) hartstikke lief en weten heel veel, maar het effect wat de ziekte heeft op je … dat kunnen ze niet begrijpen. Ook kunnen ze vaak niet meegaan in het gegeven dat niet alles voor iedereen hetzelfde werkt. Tot slot ervaren ze het vaak niet zelf wat enerzijds goed is omdat ze dan ook niet iemand behandelen als zichzelf, maar het heeft als nadeel dat ze niet weten wat sommige gevolgen zijn.
Mijn dochter had mij als ervaringsdeskundige en gezamenlijk komen we een heel eind. Maar zoals iedere puber is ze zeer eigenwijs en wil het vaak beter weten. Dat is ook goed, ze moet haar eigen fouten mogen maken en uitvinden wat, wanneer werkt.